De wolf (Canis Lupus in het Latijn) behoort tot de familie van de hondachtigen. Wij beschouwen
de wolf als de voorouder van de hondenrassen die wij nu als huisdier hebben.
Al 10.000 jaar geleden begon de mens de wolf als huisdier te houden. Doordat de mens steeds
meer eisen aan het uiterlijk en gedrag gingen stellen onstonden er steeds meer rassen.
Sommige rassen lijken qua uiterlijk nog steeds op de wolf bijvoorbeeld de Husky, maar bij andere
rassen zou je niet meer zeggen dat ze afstammen van de wolf bijvoorbeeld de Chihuahau.
Zie hier het verschil en kan jij nog zien dat ze van elkaar verwant zijn, maar het blijft een imposant fenomeen.
De wolf is een grote hondachtige. Hij is stevig gebouwd met lange stevige poten. Hij heeft een
rechte rug en een dik behaarde afhangende rechte staart, met vaak een zwart puntje.
De kop is breed, met rechtopstaande spitse oren, die aan de top iets afgerond zijn. De hals en
de zijkant van de bek zijn cremekleurig. de dikke vacht is meestal beige tot rossig bruin, en gaat
geleidelijk over in een grijze rug met een donker zadel. Maar er komen veel verschillende kleuren
voor (vooral in Amerika), varierend van wit tot bijna zwart. In de winter isoleert de vacht goed,
dat betekent dat de wolf lekker warm blijft. In de zomer lijkt de wolf kleiner, omdat de vacht
dan minder dik is dan in de winter. Mannetjes zijn vaak iets groter dan vrouwtjes.
Kop-romplengte: 80-160 cm
Hoogte: 60-80 cm
Staart: 30-50 cm
Gewicht: Mannetje 20-80 Kg, Vrouwtje 18-50 Kg.