Bowlen

Bowling is een sport waarbij de speler door middel van een bowlingbal moet proberen om alle tien de pins omver te gooien. Bowling is ontstaan uit het aloude spel kegelen.

Hieronder mijn bal waar ik mee gooi in Rijswijk, dit is mijn 2e jaar dat ik in Bally's Rijswijk gooi.

 

Spelregels

De bowlingbaan bestaat uit gepolijst hout of kunststof, de baan is tussen de foul line en de eerste pin, ook wel headpin genoemd, 18,3 meter lang en is 1,05 meter breed. De pins (38,1 cm hoog) worden op het einde van de baan in een driehoek opgesteld op het "pindeck". Bij de meest bekende variant van bowlen worden er tien pins opgesteld, maar er bestaan ook varianten met negen of vijf pins.

Elke speler speelt twee ballen na elkaar (een frame), uitgezonderd bij een strike, in welk geval de pins allemaal in de eerste worp al zijn omver gegooid. Als de speler erin slaagt om de tien pins om te gooien in twee beurten dan heeft hij een spare gegooid. Als de speler bij de eerste beurt geen enkele pin omgooit en bij de tweede beurt alle pins tegelijk, geldt dit als een spare, niet als een strike. Een spel (game) bestaat uit tien beurten (frames). Elke omver geworpen pin levert één punt op. Als een speler een strike geworpen heeft, krijgt hij de punten van de twee worpen erna bij de tien punten van de strike zelf. Zo kan een strike dus maximaal 30 punten opleveren. Bij een spare komt er maar één worp extra bij. Een spare kan dus maximaal 20 punten opleveren. Als een speler bij de tiende beurt een strike of een spare gooit, krijgt hij respectievelijk twee of één extra beurt om de extra punten voor de strike of spare te kunnen verdienen. Deze punten tellen dan maar alleen bij de strike of spare mee en worden niet nog eens extra bijgeteld. Op deze manier kan een speler dus 12 strikes gooien in één spel. In dit laatste geval wordt gesproken van een "perfect game". Een perfect game is 300 punten (10 x 30).

Bowling wordt in Europa en de Verenigde Staten veel beoefend als recreatie. Bowling is ook een sport. In Nederland en België wordt de sport meer en meer in competitie gespeeld. In Amerika bestaan er ook scholen om bowlingles te volgen.

 

Bowlingtoernooien

In Nederland (en in Belgie) worden regelmatig (o.l.v. een lokale vereniging) bowlingtoernooien georganiseerd. In Nederland zijn verschillende categorieën toernooien welke volgens de Nederlandse Bowling Federatie (NBF) goedgekeurd dienen te worden.

  • Een D-toernooi is een zogenaamd huistoernooi, hier mogen alleen spelers van de eigen vereniging aan mee doen.
  • De C-toernooien zijn de zogenaamde handicap (bonus) toernooien, over het algemeen zijn deze toernooien het druktst bezocht.
  • De B-toernooien zijn toernooien veelal zonder handicap en worden veelal door de serieuzere bowler bezocht. Veelal is het prijzengeld ook hoger dan bij C-toernooien.
  • A-toernooien zijn in Nederland toernooien die een internationaal karakter hebben. In Nederland is er nog één A-toernooi, het Bronzen Schietspoel Toernooi in Tilburg. Dit toernooi maakt ook deel uit van de Europese Bowling Tour (EBT).

Hieronder een verhaal van een speler die in de 3 frames 30 beurten net geen 900 gooide het maximale wat men kan gooien in wedstrijdverband, 36x strike!!!!!

Dichter bij perfectie kom je niet - een fascinerend bowlingverhaal

Als je bij bowlen twaalf strikes op een rij gooit heb je een perfect game. Iets wat in Nederland volgens de bowlingfederatie vorig jaar 123 keer voorkwam. In een land als Amerika gooit er dagelijks wel iemand driehonderd punten. Het hoogst haalbare in de bowlingwereld is echter drie perfecte games op een rij: de magische score van 900 punten.

In de geschiedenis van het bowlen hebben in Amerika slechts 21 mensen zo’n perfect series gegooid. D Magazine, een maandblad over Dallas, heeft het verhaal van een man die hard op weg was om zich bij dat rijtje te voegen. Bill Fong was die avond in januari 2010 bij de Plano Super Bowl in Texas goed op dreef. Hij veranderde in een “menselijke robot”, zoals hij het zelf noemt, en gooide strike na strike na strike na strike.

Fong gooit zijn eerste perfect game, twaalf ballen later verschijnt de tweede ’300’ op het scorebord. De spanning stijgt, maar Fong blijft alle pins omgooien. Hij begint te zweten en wordt duizelig, maar heeft mazzel bij strike 34. De een-na-laatste bal is er weer een uit het boekje: zodra de bal zijn hand verlaat weet hij dat alle pins omgaan. En dan is het tijd voor de allerlaatste bal. De bal die Fong onsterfelijk moet maken.

“It looked good from his hand, arcing out the way so many of his great strikes that night had, cutting back to the pocket just in time. Several people started applauding before the ball even reached the end of the lane—that’s how good it looked. But this time, as the pins scrambled, something unimaginable happened.”

Later die avond krijgt Fong een beroerte en het niet onwaarschijnlijk dat hij daar tijdens zijn laatste strikes al last van had - het zou het zweten en de duizelingen verklaren. Het is maar een spelletje, maar toch vraagt Fong zo nu en dan af: was ik niet liever dood geweest met 900 punten, in plaats van leven met 899 punten op mijn naam?

Lees het hele verhaal van Michael J. Mooney op de site van D Magazine (4.790 woorden).

De laatste drie worpen van Fong

Dit is zo verschrikkelijk goed , maar ook verschrikkelijk om te doen, zoals hij hierboven vermeldde, maar als ik dit zo kunnen nou dan wist ik het wel lol !!!!